Zitten is het nieuwe roken’; een uitdrukking die je vandaag de dag veel voorbij ziet komen. Dat lijkt misschien overtrokken, maar bewegingsarmoede begint een steeds groter probleem binnen onze samenleving te worden. Werkdagen worden steeds langer en veel mensen hebben een beroep waarbij ze veel zitten of veelal dezelfde werkhouding aanhouden gedurende de dag. Logischerwijs denk je dan aan taxi- en buschauffeurs, maar ook bij verschillende kantoorbanen of bijvoorbeeld het werken als caissière breng je een groot deel van de dag zittend door. Bij maar liefst 75% van de beroepen breng je de dag zittend of minimaal in dezelfde houding door en loert het gevaar van bewegingsarmoede. Grote boosdoener hierbij is de computer, waar we steeds meer tot veroordeeld zijn omdat bijna alles tegenwoordig digitaal gaat. Het thuiswerken, waar veel mensen de afgelopen twee jaren door Corona toe veroordeeld waren, heeft de afhankelijkheid van digitale middelen alleen maar vergroot. Het grote gevaar dat op de loer ligt door alle dagelijkse beslommeringen is dat je niet goed op jezelf let en te weinig beweegt.
Wat zijn de nadelen van bewegingsarmoede?
Jaarlijks overlijden er wereldwijd meer dan 5 miljoen mensen aan ziekten die direct gerelateerd kunnen worden aan bewegingsarmoede. Denk hierbij bijvoorbeeld aan diabetes type 2, hart- en vaatziekten en overgewicht. Ook zorgt te weinig beweging ervoor dat je een verminderde afweer hebt en dat verschillende virussen dus sneller vat op je kunnen krijgen. Het bestrijden van bewegingsarmoede en virussen gaan ook hand in hand. Door voldoende te bewegen wordt je afweersysteem sterker en hebben virussen minder vat op je. Kijk naar de ontwikkelingen met Corona de afgelopen jaren: mensen met een verminderde afweer werden doorgaans zieker van het virus dan mensen met een gezondere leefstijl. Het bestrijden van bewegingsarmoede is dus tegelijkertijd een effectieve manier om virussen en ziektes minder kans te geven. Te weinig beweging zorgt voor een vicieuze cirkel met negatieve gevolgen voor ons immuunsysteem, onze insulineregulatie, de energiedistributie en het metabolisme.
Adviezen tegen bewegingsarmoede
Het algemeen geldende advies is dat je, om bewegingsarmoede tegen te gaan, minimaal een half uur per dag je matig intensief inspant. Dit kan al door bijvoorbeeld vaker de trap te nemen, wat vaker de fiets te pakken in plaats van de auto en ook activiteit als ramen lappen, de tuin doen en het huis stofzuigen vallen onder de noemer matige beweging. Door de inspanning haal je meer adem, doet je hart sneller zijn werk en krijg je een betere doorstroming van je bloed.
Volgens de algemeen geldende adviesnorm geeft vijf dagen per week een half uur matig bewegen dus een gezondheidsvoordeel op. Toch voelt het woordje matig hierin een beetje dubbel. Kreeg je vroeger op de basisschool matig als beoordeling, dan had je het nog niet goed genoeg gedaan. Een half uur matig intensieve inspanning per week is dan ook niet zaligmakend.
Een voorbeeld. Normaal doe je je boodschappen met de auto, maar je hebt besloten hiervoor wat vaker de fiets te pakken. De supermarkt is immers maar 15 minuten fietsen en de totale reis levert je dan toch maar mooi een half uur beweging op. Op zich prima. Door deze inspanning verbrand je ongeveer 250 kilocalorieën. Mooi meegenomen dus. Vervolgens kom je langs de warme bakker en kun je de verleiding niet weerstaan om een verse gevulde koek voor bij de koffie mee te nemen. Heerlijk, maar daar gaan je verbrande calorieën …
Kortom, vijf keer per week een half uurtje matig bewegen heeft zeker een positieve invloed op je gezondheid, maar de vraag is of het voldoende is. Daarnaast moet je ook een gezondere leefstijl aannemen om je gezondheid aanzienlijk te verbeteren. Wat echter het grootste gevaar is dat er geen consistentie zit in het half uurtje per dag bewegen. De ene keer neem je de trap in plaats van de lift, maar een volgende keer heb je haast en neem je toch de lift. Op vrijdag ga je de tuin in en krijg je voldoende beweging, maar de dag erna ga je dat niet opnieuw doen.
Wil je echt iets doen om bewegingsarmoede, en de bijbehorende gezondheidsrisico’s, tegen te gaan dan is het beter om een aantal vaste momenten in de week in te plannen. Ga bijvoorbeeld twee of drie keer per week fitnessen, waarbij je een goede begeleiding krijgt en waarbij er een programma op maat voor je uitgestippeld wordt. Of ga op gezette tijden in de week een aantal keren zwemmen. Voor extra motivatie kun je ook met anderen gaan sporten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan tennis of verschillende groepslessen bij een bewegingscentrum. Naast het sociale aspect heb je dan ook een stok achter de deur om te bewegen.
Uiteraard is het nog steeds verstandig om iedere dag voldoende te bewegen. Neem na een uur werken bijvoorbeeld even 5 minuten pauze voor een korte wandeling. Of ga tijdens je pauze een blokje om. Spreek op het werk af om korte vergaderingen staand te doen in plaats van zittend. Je beweegt automatisch dan meer en je voorkomt dat vergaderingen langer duren dan nodig. Neem wat vaker de trap of de fiets, haal je boodschappen zelf in plaats van dat je ze laat bezorgen en meer van dat soort kleine veranderingen in je dagelijkse patroon. Als je daarnaast minimaal twee momenten in de week vindt wanneer je iets meer dan matig beweegt, dan ga je op een effectieve manier bewegingsarmoede tegen.
Conclusie
Bewegingsarmoede bestrijden is niet alleen een persoonlijke verantwoordelijkheid. Hiervoor is een structurele aanpak binnen de samenleving nodig, met een gedeelde verantwoordelijkheid. De overheid moet zich actief in zetten en beleid ontwikkelen waarin bewegingsarmoede een speerpunt is. Daarnaast ligt er een taak voor scholen, die hun onderwijs zo inrichten dat de leerlingen niet de gehele dag alleen maar in de schoolbanken zitten en te weinig bewegen. Ook ligt er een taak weggelegd voor werkgevers, die ervoor moeten zorgen dat hun werknemers afwisselend werk hebben en voldoende tijd en mogelijkheden krijgen om voldoende te bewegen. Bewegingsarmoede is dus een collectief probleem, maar zoals alles begint het bestrijden ervan bij jezelf. Dus, wat ga jij doen om meer te bewegen ...?